Tripje met truck #5413 (deel III)

De volgende ochtend (woensdag 9 maart 2011) vertrok ik klokslag 09.01 uur vanaf de Flying J richting Kingsgate, aan de Amerikaanse/Canadese grens.
Richting de grens reed ik tevreden over de I-95 en het viel mij op dat ik zoveel andere trucks inhaalde ?
Vreemd, want ik hield mij keurig aan de maximum snelheid van 60 mijl per uur.....
Even later zag ik in mijn spiegels een politieauto opdoemen, en deze bleef vervolgens vlak achter mij rijden.

Aangezien ik niet te hard reed maakte ik mij weinig zorgen, maar toen na een minuut of 5 "cold pursuit" de politiewagen mij inhaalde, gingen er ineens allerlei lampjes in en op de auto branden en remde hij vlak voor mijn neus af tot een slakkengangetje van 30 mijl per uur....wat was dit nu weer voor een vreemde actie ?

Ik besloot om maar niet in te gaan halen, en eens te kijken wat nu precies de bedoeling van deze merkwaardige manoeuvre was.
Na een kilometer of 5 zo te hebben doorgesukkeld stopte oom agent eindelijk op een ruime parkeerplaats langs de weg.

Driftig beende hij naar mijn truck en zijn eerste vraag was:
"Hoe hard mag je hier?"
(Ik was stomverbaasd dat hij Nederlands sprak, pas veel later kwam ik erachter dat ik zijn vraag voor het gemak hier op mijn weblog in het Nederlands heb getypt.)

Ik antwoordde: "60 mijl per uur !"
En hoopte ondertussen stiekem dat dit een of andere quiz was waarbij ik, na het juist beantwoorden van een paar doodeenvoudige vragen, een fijne nieuwe auto of leuke vakantie kon winnen.
Helaas, de eerste de beste vraag bleek ik al totaal foutief te hebben beantwoord.....

De maximum snelheid bedroeg slechts 30 mijl per uur op dit weggedeelte naar de grens, dit omdat door de vorst en zware trucks anders de weg zwaar beschadigd kon raken.
"Heb je die grote witte borden met rode vlaggen niet gezien, een kilometer of 15 terug?" zo vroeg mijn agentje op barse toon ?

Ik antwoordde dat er 187774499924967990876997595555339 borden langs de wegen in de VS staan, met allerlei onzinnige mededelingen daarop en dat ik niet echt veel tijd had om daar op te letten.
Waarom niet gewoon normale verkeersbordjes neerzetten met 30 MPH, en dit om de zoveel mijl herhalen, daar letten de mensen wel op ?

En ik wierp ook nog tegen dat ik echt dacht dat ik 60 mijl per uur mocht rijden, anders was ik wel langzamer gaan rijden zodra ik een levensgrote politieauto in mijn spiegels zag naderen.

Agent zei verder bar weinig en verdween met al mijn papieren en rijbewijs naar zijn patrouillewagen.
Ik zat ondertussen eens uit te rekenen dat ik maar liefst 30 mijl, oftwel 48,27 km te hard had gereden.
Benieuwd wat voor een boetebedrag daar aan zou hangen.......

Na bijna een uur keerde de politieman terug en gaf mij al mijn papieren retour, met de mededeling dat de gegevens in mijn logboek correct waren.
Dan nog de kwestie van de snelheidsovertreding....hij overhandigde mij een bonnetje met daarop het bedrag van maar liefst 85 US dollar.........

Haha, was dat alles ?
Dat is omgerekend 60,40 Euro, géén geld vergeleken met het boetebedrag voor eenzelfde overtreding, gepleegd in Nederland.
Koos Spee zou in zo'n geval onmiddelijk schuimbekkend op SBS6 verkondigen dat "zo'n snelheidsmaniak in een vrachtwagen meteen levenslang zou moeten worden opgesloten".
Het staat namelijk op nummer 2 in de ergernis-top-10, blablabla..........

Even later was ik weer op weg richting Canada, en het oversteken van de grens leverde verder geen problemen op.
Mijn lading moest naar Regina in de provincie Saskatchewan, en op mijn route zou ik langs Lethbridge komen.

Misschien herinneren jullie je nog dat ik bij het sollicitatiegesprek in Engeland, vorig jaar in juli, een Nederlandse chauffeur tegenkwam ? Welnu, deze man, John Roos (maar ik noem hem Johnny Dandruff, vrij naar dat witte spul dat bij sommige mensen op hun schouders ligt) was inmiddels ook in Canada aangekomen.
Hij had met groot succes de diverse cursussen doorlopen, zijn rijbewijzen behaald en was nu in Lethbridge bezig met zijn Orientation Course.

Ik besloot om John te bellen om te vragen of we samen wat konden gaan eten, maar helaas nam hij zijn telefoon niet op.
Na een mooie rit over de Crowsnest Pass arriveerde ik rond 19.01 uur in LA (Lethbridge, Alberta) en parkeerde #5413 op de parkeerplaats van het Sandman hotel, alwaar John logeerde.
Eén telefoontje door de portier naar zijn kamer later, stopte de lift op de begane grond en stormde Johnny Dandruff, samen met een medescholier, de lobby binnen.

Na gezellig even wat te hebben gegeten, (we werden bediend door de meest merkwaardige serveerster aan deze zijde van de Mississippi river) ging ik met een gevulde maag verder richting Saskatchewan.
In Medicine Hat, Alberta vond ik dat ik genoeg had gereden voor deze dag en ging kamperen bij een Husky tankstation.
Wonder boven wonder had ik daar internetverbinding, dus na wat surfen en een e-mailcheck ging ik even later, met een keurig opgeruimde mailbox, slapen.

Na een fijne nachtrust vervolgde ik de volgende dag (donderdag 10 maart 2011) om 08.01 uur mijn reis naar Regina. Na een uurtje of 6 sturen over vrij saaie prairies arriveerde ik in voorgenoemde stad en ging ik eens kijken bij mijn losadres.
Daar aangekomen, om 14.01 uur, kreeg ik te horen dat ik pas de volgende dag om 02.01 uur verwacht werd om te lossen.

Dus ik besloot vervolgens om naar de Petro truckstop te rijden om daar eens lekker te gaan douchen.
Na het douchen en een beetje opruimen in de cabine kreeg ik stevige trek, dus ik mijn wandelschoenen aangetrokken en op zoek naar eten gegaan.

Dit voedsel vond ik in de vorm van een pizza, geserveerd in een zéér louche bar, opgediend door een zo mogelijk nog louchederdere serveerster/bardame die mij werkelijk het hemd van mijn lijf vroeg over waar in Engeland ik nou precies vandaan kwam.......

Na een korte nachtrust arriveerde ik (op vrijdag 11 maart 2011) ten tweede male bij het losadres en ditmaal mocht ik het terrein opdraaien om mijn vracht te werpen.
Rond 07.31 uur stond ik weer buiten de poort en typte ik Saskatoon, Saskatchewan in op mijn TomTom, alwaar ik een andere trailer moest oppikken om naar Calgary te brengen.

Door een hevige sneeuwstorm heen ploegde ik voort richting de stad met de vreemde naam, en om 12.16 uur was ik met de nieuwe trailer alweer vrolijk op weg naar Calgary.

Helaas ging na 1 uurtje rijden mijn telefoon en kreeg ik te horen dat ik terug moest keren naar Saskatoon.
Dit omdat er een spoedlading op mij wachtte, welke naar Regina moest worden gebracht.
Dus ik met ruim 105 KM per uur de trailerrem aangetrokken, midden op de highway een 180 graden slide gemaakt, en met stevig na-rokende banden de neus van de truck weer richting mijn laatste vertrekpunt gezet.

In Saskatoon de trailer neergezet, maar de "spoedlading" bleek nog niet te zijn gearriveerd ??
Om 16.01 uur draaide eindelijk een truck met trailernummer 123733 de yard op, en na een driftige aanhaaksessie was ik om 16.41 uur alweer op weg naar het altijd gezellige Regina.
 
Ik bleek als eerste naar hetzelfde adres te moeten gaan waar ik eerder die ochtend had gelost, en daarna had ik nog twee andere adresjes voordat de trailer volledig leeg zou zijn.

Om 19.31 uur arriveerde ik bij het mij inmiddels overbekende adres, en kreeg te horen dat ik de volgende nacht om 03.01 uur zou worden gelost.
Dus er was voldoende tijd om even wat te gaan eten en slapen, wat ik dan ook met veel plezier ging doen.

De volgende ochtend (het was inmiddels zaterdag 12 maart 2011 geworden) was ik om 08.31 uur gelost, en kon ik de twee andere adressen gaan aandoen.
Bij de eerstvolgende ontladingsplaats kwam deze Peterbilt naast mij staan:

Klik afbeeldingen voor een grotere weergave:
Photobucket
Photobucket
Photobucket
Photobucket

Lang verhaal kort:
Om 14.31 uur was ik wederom onderweg naar Saskatoon om aldaar de trailer in de yard te planten en mijn oude trailer weer op te pikken, teneinde daarmee naar Calgary te rijden.

Toen het middernacht (zondag 13 maart 2011) was geworden trad in Alberta de zomertijd in werking, dus ineens was het één uur later, en daardoor arriveerde ik pas om 03.31 uur in de H&R yard in Calgary.
Daar snel de trailer neergezet en vervolgens naar de Flying J gereden om een paar uurtjes te slapen.

Later die ochtend werd ik wakker en ging eens informeren waar Johnny Dandruff zich bevond.
Hij had mij de dag daarvoor gebeld met de mededeling dat hij ook in Calgary was, en na driftig telefonisch contact kwam hij even later in #5201 naar mij toegesneld.

Inmiddels had ik een nieuwe rit doorgekregen via de satelliet:
Een vrachtje vlees van High River, Alberta naar de H&R yard in Lethbridge brengen.

Toen ik mijn verplichte tien uurtjes rust erop had zitten startte ik de motor om eerst even te gaan tanken, samen met John.
Het was vrij druk bij het tankstation, dus heb ik in de tussentijd even van de gelegenheid gebruik gemaakt om John voor het nageslacht vast te leggen op de gevoelige plaat:

Klik afbeeldingen voor een grotere weergave:
Photobucket
Photobucket


Na het tanken vertrok ik om 14.31 uur naar High River, een plaatsje op slechts 46 minuten rijden vanuit Calgary.
Daar aangekomen kon ik na enig oponthoud de geladen trailer aanpikken, even over de weegbrug rijden om te kijken of ik legaal was qua gewichten op de diverse assen, en daarna stoomde ik door naar Lethbridge.

Daar kwam ik om 19.01 uur aan, parkeerde de trailer in de yard en daarna kon ik aan een 36 uur reset van mijn gewerkte uren beginnen.
Hieronder een kaartje van deze trip, 5176,7 KM in totaal.
(edit: Ik zie nu net dat de route niet helemaal klopt. Het programma heeft een stuk afgesneden om in Wilder te geraken, in feite ben ik via Great Falls, Helena, Butte, Idaho Falls en Boise gereden. Dus dat zijn meer KM's.)

Klik afbeelding voor een grotere weergave:
Photobucket